“Ik voel de urgentie en wil graag aan de slag maar ik heb voortdurend het gevoel dat er niks kan en mag.” De binnenstadbewoonster verwoordt hiermee het gevoel dat bij veel deelnemers aan het wijkgesprek over de warmtetransitie overheerst. Ze willen wel verduurzamen en overstappen op milieuvriendelijker energiebronnen, maar hoe dan?
Dinsdagavond waren binnenstadbewoners aan de beurt om met de gemeente van gedachten te wisselen over hun visie, zorgen en ideeën over de warmtetransitie in de binnenstad. Voorafgaande aan dit gesprek brengt de gemeente de aanwezigen op de hoogte van de stand van zaken van de plannen van de gemeente voor als in Nederland in 2050 de gaskraan dichtgaat.
Uitgangspunten
De geactualiseerde warmtevisie gaat uit van een aantal uitgangspunten. Namelijk dat de gemeente geen jaartal meer plakt op wijken wanneer het gas wordt dichtgedraaid. Dat er een focus moet komen op een mix van energiebronnen: dus restwarmte, geothermie en lokale initiatieven. Dat de alternatieve energiebronnen haalbaar en betaalbaar moeten zijn. Dat ze vervoerd moeten worden door een open regionaal warmtesysteem En dat er binnen de wijkgerichte aanpak ruimte moet zijn voor bewonersinitiatieven.
De binnenstad neemt in deze transitie een bijzondere plek in omdat bijna alle huizen anders zijn. En omdat de straten te smal zijn om er een warmtenet, vergelijkbaar met de huidige stadswarmte, in aan te leggen. Dat maakt het niet mogelijk om de binnenstad zoals andere Leidse wijken aan te takken op de warmtering. Met deze warmtering wil Leiden delen van de stad voorzien van restwarmte uit onder andere de Rotterdamse haven.
Wel is er vanwege de slechte isolatie van veel oude monumentale panden een hoge-temperatuur voorziening nodig om huizen goed warm te kunnen krijgen. Warmtepompen, die als bijkomend nadeel niet geruisloos zijn, zijn daardoor niet altijd geschikt voor panden in de binnenstad. De gemeente denkt dat biogas of waterstofgas daarom voor de binnenstad het meest kansrijke alternatief voor aardgas is. Maar, waarschuwt Boudewijn Kopp namens de gemeente, dat gaat niet binnen nu en tien jaar gebeuren.
Daarom wil de gemeente de komende jaren in de binnenstad vooral het isoleren van de huizen gaan ondersteunen. Want verbruik terugdringen is altijd winst. Maar ook isoleren, weet Kopp, is minder gemakkelijk dan het lijkt. Want er is in het centrum een spanningsveld tussen verduurzaming en het behoud van de monumentale waarde. En bij monumenten zijn isolatiewerkzaamheden ook aan de binnenzijde vergunningplichtig. Zijn collega Vera Kuijpers van Erfgoed Leiden zet deze bouwkundige uitdagingen kort uiteen. Maar dat dit niet alleen technische uitdagingen zijn maar ook emotionele en financiële uitdagingen, dat blijkt al snel uit de reacties. “Wij hebben de gemeente echt als een hindermacht ervaren tijdens de verduurzaming van ons huis”, vertelt een aanwezige.
“Het begon heel goed”, vertelt zijn partner, “met een kundig en lijvig rapport van Vera Kuijpers dat nog gratis was ook. Maar vervolgens zijn al haar adviezen in een later stadium door haar collega’s terzijde geschoven. We hebben het als een hel ervaren. Alsof ons huis compleet is overgenomen door de gemeente.” Over Kuijpers niets dan lof, verzekert ze en daarom is ze ook benieuwd hoe zij hier op terugkijkt. Die schrikt. Dit heeft ze in haar carrière nog nooit meegemaakt, dus dit wil ze graag opgehelderd hebben.
Uit nader onderzoek blijkt dat bij dit dossier er naast de isolatieweerkzaamheden ook andere bouwkundige aanpassingen werden aangevraagd. Samen met deze aanpassingen en een hoge isolatiewaarde heeft dit geldt tot vragen van de Welstands- en Monumentencommissie Leiden en aanpassingen van het plan.
Anderen aanwezigen hebben betere ervaringen met het aanvragen van vergunningen. Maar vergunningen krijgen, dat weten zij ook, blijft een kwestie van een lange adem. Op elk kleinigheidje wordt nadruk gelegd en alles duurt een eeuwigheid, is de kritiek. En waarschuwt wijkambassadeur Ballieux, de mogelijkheden voor het isoleren van monumentale panden lijken onder nieuwe Europese regelgeving alleen maar moeilijker te worden.
Veel aanwezigen vinden dit zeer tegenstrijdig. Als je als Leiden serieus bent met de energietransitie en echt vaart wil maken, moet er anders omgegaan worden met de vergunningen vinden zij. Ook moet er anders omgegaan worden met nieuwbouw. Die moet energie opleveren voor de omgeving. Bewoners van bestaande panden vinden het raar dat zij niet betrokken worden bij de alternatieve energiebronnen die aangelegd worden in de vele nieuwe woontorens en appartementenblokken die in de binnenstad verrijzen. Dat is toch een enorme gemiste kans voor de binnenstad, meent een bewoner. Daarop aansluitend wijst iemand op de vele grote hoge daken van de universiteitsgebouwen en het gemeentelijk eigendom. “Waarom zijn dat nog geen zonnedaken voor de buurt?”. En: “Waarom doen de Leidse corporaties zo weinig? Zij horen toch de startmotor van de warmtetransitie te zijn?”.
De gemeente moet sowieso veel meer haast maken, vinden de aanwezige binnenstadbewoners. Ze voelen de urgentie en een deel wil zelf aan de slag, bijvoorbeeld met thermische energie winnen uit een van de Rijn-armen, maar heeft dat zin en mag dat al? “Ik heb kaders nodig om aan de slag te kunnen” en “ik wil weten wat de gemeente besluit voordat ik zelf besluiten neem” zegt een ander.
Kopp attendeert hen op de subsidiemogelijkheden voor eigen initiatieven. De gemeente heeft een potje voor het opzetten van kleinschalige initiatieven, vertelt hij, en de provincie heeft er een voor de uitwerking. Informatie over dat soort zaken en ook over de gratis adviezen van Erfgoed Leiden en de wijkambassadeurs zijn te vinden op de website van Ga Goed Leiden.
Daarnaast is de gemeente van plan om in de toekomst vaker een wijkgesprek als dit te organiseren. De warmtetransitie gaat immers jaren duren, vertelt gespreksleider Ansar Ahmadali. En de gemeente zal hierover vaker met bewoners van gedachten willen wisselen.
Dit wijkgesprek loopt vooruit op de geactualiseerde visie over de warmtetransitie die volgens planning half oktober de inspraak in gaat. Bewoners hebben dan zes weken de tijd om hun zienswijze kenbaar te maken. Deze bezwaren gaan tezamen met de visie en de input die uit de wijkgesprekken komt naar de gemeenteraad. Die stelt vervolgens de richting voor de komende jaren vast.
Anton: “Ik verbouw en isoleer veel monumentale panden met het doel ze aan te passen aan de eisen van deze tijd en van de energietransitie. Voor huizen in de binnenstad is dat een uitdaging, omdat de regelgeving veel in de weg staat. Als je als gemeente de warmtetransitie serieus neemt, moet het vergunningenstelsel op de schop. De regels die voor de wijken met beschermd stadsgezicht gelden, moeten per direct ook voor de hele binnenstad gelden.
De binnenstad vergt maatwerk, waarbij nieuwe technieken uitkomst bieden, maar deze technieken mogen onder het huidige vergunningenstelsel niet worden toegepast. Dit geldt onder meer voor de plaatsing van zonnepanelen, windmolens en warmtepompen. Blijkbaar is het monumentale karakter belangrijker dan het klimaat. Zelfs isoleren en dubbelglas is al ingewikkeld; het duurt lang voordat vergunningen verstrekt worden. Een ander voorbeeld: een dak 15 centimeter liften om een huis goed te isoleren mag ook niet. De regelgeving hiervoor moet snel veranderen en ook moeten er subsidies komen voor deze duurzame toepassingen. De intrinsieke motivatie van veel mensen is in de portemonnee te vinden. Isoleren moet lonen.”
Marius: “Klimaatadaptatie moet centraal komen te staan in ons beleid, in plaats van energie. Hierbij speelt gedragsverandering de belangrijkste rol: 10 procent van de broeikasgassen komt voort uit bouwen en wonen, 20 procent uit vervoer, 30 procent door voeding, en 40 procent door consumptiegoederen.
Klimaatadaptatie betekent dat je nooit meer een boom moet kappen; alleen natuur kan hittestress voorkomen, onder andere met groene daken. Tevens moet je zorgen dat alle huizen die gebouwd gaan worden energie opleveren. Maar dan moet er eerst regie komen. Pas als de regievoering bepaald is, kun je gaan nadenken over oplossingen.
De gemeente moet een projectbureau oprichten, dat onderverdeeld is in kerngroepen. Deze kerngroepen, bestaande uit ambtenaren en bewoners, nemen per buurt gezamenlijk beslissingen. Een dergelijk projectbureau is in de jaren zeventig en tachtig ook toegepast in diverse steden om de stadsvernieuwing aan te pakken.
Een projectbureau waar alle kennis aanwezig is, verdient zichzelf dubbel en dwars terug. Bovendien is dan duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is, en is er een duidelijk aanspreekpunt voor de bewoners.”
"Het tempo waarin wij met elkaar besluiten en uitvoeren is lager dan de urgentie die het vereist. We moeten overschakelen naar doen. Bezuinigen op je verbruik zodat de uitstoot vermindert én overgaan op een milieuvriendelijker manier van verwarming zijn de twee aanvliegroutes voor de binnenstad.
In die binnenstad is nog volop winst te boeken met isoleren. Maar Erfgoed Leiden staat met al zijn goede bedoelingen, een daadkrachtige aanpak in de weg. Wij zijn met hen aan de slag om ons monumentale pand te isoleren en gelukkig hebben wij de tijd en de draagkracht om dat vol te houden. Maar dat kan lang niet iedereen.
Er is een blauwdruk nodig hoe een monumentaal pand geïsoleerd kan worden zonder dat iedereen voor elke wissewasje langs Erfgoed Leiden moet. Dan kun je die tienduizend(en) euro’s die je nu aan architecten en tekenaars kwijt bent, in de isolatie van je huis steken. En kan Leiden eindelijk meters gaan maken.
Wat betreft de milieuvriendelijker energiebron zou ik graag met een groepjes bewoners een waterstofgas-pilot aangaan. Dat gebeurt ook in andere steden dus waarom niet Leiden. De tijd van afwachten is echt voorbij.
Onderstaand een reactie van de gemeente Leiden op de warmtevisie van Tjeerd Nauta
Van de manier waarop deze bewoners het proces hebben ervaren kunnen wij leren. Nu is dit ook een uitzonderlijke gebouw, groot en staat het op één van de oudste plekken van Leiden, met dus een lange bouwhistorie en veel verschillende bouwfases. Dergelijke vergunningsaanvragen duren langer, omdat alle onderdelen goed getoetst moeten worden en er zorgvuldig gehandeld moet worden. Dat door de software switch dit proces nog langer heeft geduurd, komt er ook nog eens bij.
Bij kleinere huizen, met minder bouwfases en een aanvraag die minder invasief is, zullen aanvragen korter duren en minder kostbaar zijn. Aanvragen van bewoners voor kleine ingrepen, zouden over het algemeen genomen ook snel kunnen worden afgehandeld. Erfgoed Leiden hanteert daarvoor een lijst met maatregelen die niet meer getoetst hoeven te worden bij de Welstand- en Monumentencommissie wanneer er met voldoende aandacht naar de erfgoedwaarden wordt gekeken; zoals zonnepanelen volgens de welstandsnota en enkel glas vervangen voor isolatieglas volgens de richtlijnen van het openbare werkdocument. De procedure gaat sneller wanneer de Welstand- en Monumentencommissie niet hoeft te toetsen.
Er zijn ook een vergunningsvrije maatregelen die genomen kunnen worden. Maar als je het huis wilt isoleren naar de standaard van een nieuwbouwwoning, moet hier inderdaad onderzoek naar worden verricht, om er voor te zorgen dat het huis in goede staat blijft, zonder vochtplekken, schimmel of condensatie. Informatie hierover is te vinden op www.erfgoedleiden.nl
Dit digitale magazine is ontwikkeld in opdracht van de gemeente Leiden. Het bevat verslagen van de wijkgesprekken ter voorbereiding op de Transitievisie Warmte. Deze verslagen zijn samengesteld door een mediateam van Magazine on the Spot.
Coördinatie en eindredactie: Eric Went
Verslaglegging: Karlijn Broekhuizen, Marijn Kramp, Saskia Ridder
Fotografie: Edwin Weers
Vormgeving en techniek: Loek Weijts, John Stelck