Zoektocht naar zekerheden

Veel woningen in de Stevenshof hebben al energielabel B of C. En ook is de wijk al aangesloten op de stadsverwarming; het warmtenet van Vattenfall. Daarmee heeft de wijk een ‘voorsprong’ in de warmtetransitie. Alleen het kookgas is nog een uitdaging. Dat moet voor 2050 veranderd zijn. En misschien nog wel eerder.

Donderdagavond 9 september vond in Het Haagsche Schouw een wijkgesprek plaats over deze veranderingen. De gemeente wil in de aanloop naar de beleidsnota over de warmtetransitie graag weten hoe Leidenaren erover denken. Wat ze zelf al veranderd hebben aan hun woningen, wat hun visie op de transitie is, en wat hun zorgen zijn.

Youri Haasbroek van de gemeente legde de bewoners kort de stand van zaken uit. In 2050 sluit Nederland de gaskraan af. Voor die tijd moet iedereen de beschikking hebben over alternatieve energiebronnen. De gemeente zorgt ervoor dat er voor iedereen in ieder geval een alternatief is en onderzoekt op dit moment de mogelijkheden. Er staat dus nog niet veel vast, legde Haasbroek uit, behalve dan de kaders die de gemeenteraad heeft gesteld.

Haalbaar en betaalbaar

De gemeenteraad heeft bepaald dat er voor iedereen een haalbaar en betaalbaar alternatief voor aardgas moet komen. Ook vindt zij het belangrijk dat er een mix van warmtebronnen komt. Dus naast het bestaande stadwarmtenet bijvoorbeeld ook het ontwikkelen van geothermie en lokale warmtebronnen. Zo komt de stad nooit zonder energie te zitten als een aanbieder ermee stopt, en blijft er concurrentie op de energiemarkt.

Het transport van deze alternatieven moet via een open warmtenet: de Leidse warmtering. De verschillende energieaanbieders kunnen dan allemaal van dit warmtenet gebruik maken, zoals dat nu ook het geval is bij bijvoorbeeld elektriciteit, legt Haasbroek uit. Wel blijft het bestaande stadswarmtenet in alle scenario’s van Vattenfall. Daarnaast vindt de gemeenteraad het ook belangrijk dat er ruimte is voor bewonersinitiatieven.

Aangekoppeld op restwarmte

Aangezien de Stevenshof al onderdeel uitmaakt van de warmtering hoeft de wijk hiervoor niet grootschalig op de schop. Wel verandert naar verwachting in 2026, de bron van de stadswarmte. Nu is dat nog de Uniper-gascentrale aan de Langegracht, maar in 2026 wordt de stadsverwarming mogelijk aangekoppeld op restwarmte uit het havengebied van Rotterdam.

Die restwarmte, reageert Haasbroek op vragen, is ruim boven de 100 graden. “Erg heet dus. Voor de Stevenshof is het interessant om te onderzoeken of dat op woningniveau kan worden teruggebracht naar 70 graden. Voor goed geïsoleerde huizen is dat namelijk hoog zat. Want hoe lager de temperatuur, hoe meer huizen er met een bepaalde hoeveelheid energie verwarmd kunnen worden.”

Behoefte aan praktische informatie

Veel aanwezigen hadden vragen over wat ze zelf konden doen of worden geacht te doen. Maar ook: of er al een idee is wat dat gaat kosten en of er subsidies zijn. Er is kortom veel behoefte aan praktische en betrouwbare informatie die bovendien makkelijk vindbaar is.

Wijkambassadeur Ckees van Oijen heeft op dat punt veel kennis. Hij wist te vertellen dat er inmiddels voor acht woningtypes in de Stevenshof is geïnventariseerd wat handig is om aan te pakken en hoe dat het beste kan. Die informatie is in een matrix te vinden op het Duurzaam Bouwloket, onder wijkaanpak Stevenshof. Bewoners kunnen ook bij de wijkambassadeur en de energiecoach gratis terecht voor advies, een energiescan en hulp bij offertes en dergelijken.

Opkomen voor belangen

Een bewoners stelde voor om een bewonerscommissie op te richten die zich met de warmtetransitie gaat bezighouden, en waarin regelmatig contact is tussen bewoners, gemeente en woningbouwcorporaties die de helft van de wijk in handen hebben. Want over de rol van de corporaties en wat er op huurders gaat afkomen waren veel vragen. “Er gaat een hoop gebeuren. Maar ik zie nog helemaal geen zekerheden in de plannen. We moeten voor onze belangen opkomen. Het lijkt mij heel verstandig als de gemeente voor deze transitie een sociaal plan opstelt. Zodat vroeg duidelijk is wie welk deel moet betalen. Dan weet iedereen waar die aan toe is.”

Compensatiefonds

De gemeente kreeg ook het advies om een soort van compensatiefonds in te richten voor als bepaalde maatregelen mislukken. “Je leest wel eens over mensen die een warmtepomp installeren en die dan alsnog elektrische verwarming nodig hebben. Dat schrikt af en dat is zonde. Met een compensatie- of garantiefonds voorkom je dat mensen het niet meer aandurven met relatief nieuwe technieken.”

Abonnement op verduurzaming

Een andere Stevenshofbewoner hoopt dat er aandacht en hulp komt voor VVE’s. Want hoe pak je het als VVE aan als de bankrekeningen van bewoners fors verschillen? Zelf had hij eens iets gelezen over een mogelijke oplossing in het oosten van het land, waar je een abonnement kon afsluiten op de verduurzaming van je woning. “Een bedrijf deed dat dan voor je en als betaling kregen zij tien jaar lang het bedrag dat je op je energierekening bespaart.” Dat soort abonnementen vond de wijkambassadeur ook een interessante optie. “Voor bijvoorbeeld oudere mensen met een pensioen kan het aantrekkelijk zijn omdat je daarmee voor langere tijd weet waar je aan toe bent.”

Vaker in gesprek

Haasbroek en gemeentelijk gespreksleider Ansâr Ahmadali noteerden alle vragen, zorgen en suggesties. Zij gaven aan de komende jaren vaker op deze manier met wijkbewoners te willen praten. Want dit proces loopt nog velen jaren door en lokale kennis over de buurt, de huizen, mogelijkheden en onmogelijkheden heeft de gemeente nodig om goede afwegingen te maken.

De warmtevisie van …

Ckees van Oijen, wijkambassadeur Stevenshof:

"Bij de energietransitie moeten we nú bedenken wat er in de toekomst geregeld moet zijn. Duurzame maatregelen individueel nemen waar dat kan, waar mogelijk samenwerken met buren, buurt of wijk, en indien nodig planmatig onder regie van de gemeente; met oog voor kansen en knelpunten. De plannen afstemmen op omstandigheden van huishoudens, instellingen en bedrijven. Hou rekening met verschillen in achtergrond, inkomen, samenstelling en levensfase van huurders en woningeigenaren. Lasten eerlijk verdelen, haalbaar en betaalbaar.  

Energie die je niet gebruikt hoeft niet te worden opgewekt. Een bewuste keuze bij de aanschaf van spullen, voedsel en vervoer bespaart energie en geld. Daarom staat isoleren (en ventileren) van huizen voorop, maar ook vergroenen van de straat om de buurt aan te passen aan het klimaat. Waar dat zonder overlast kan, moeten we alle duurzame energiebronnen (zon, wind, bodem en water) lokaal benutten. Begin met alle ruimte op daken te gebruiken voor zonnepanelen."

Miriam van de Kamp – commissie stadswarmte Stevenshof:

“Voor de warmtetransitie is het belangrijk dat er meerdere warmtebronnen worden aangesloten op het warmtenet. Nu is er maar een leverancier voor stadswarmte. Voor transport van industriële warmte uit Rotterdam moeten eerst grote investeringen worden gedaan. Geothermie uit de regio, bijvoorbeeld van bij het Valkenburgse Meer, kan interessanter te zijn. Voor de Stevenshof is het belangrijk dat het stadswarmtesysteem in de toekomst meer aanbieders kent en dat er nieuwe warmtebronnen op kunnen worden aangesloten, zodat wij als gebruikers keuzemogelijkheden hebben en dat de kosten daarvoor betaalbaar zijn en spaarzaam gebruik beloond wordt met een lagere energierekening. Door de huidige hoge vastrechtkosten is dat nu nauwelijks het geval.

Van het kookgas afgaan: dar zijn kosten aan verbonden. Voor sommige wijkbewoners is dit een belemmering. Een ‘natuurlijk’ moment, zoals de verbouwing van een keuken, lijkt het meest geschikt. En als veel wijkbewoners overgaan op inductiekoken, en misschien ook mede daarom zonnepanelen nemen en in de toekomst in een elektrische auto willen rijden, dan moet het electriciteitsnet in de wijk daar natuurlijk ook op berekend zijn.”

Colofon

Dit digitale magazine is ontwikkeld in opdracht van de gemeente Leiden. Het bevat verslagen van de wijkgesprekken ter voorbereiding op de Transitievisie Warmte. Deze verslagen zijn samengesteld door een mediateam van Magazine on the Spot.

Coördinatie en eindredactie: Eric Went
Verslaglegging: Karlijn Broekhuizen, Marijn Kramp, Saskia Ridder
Fotografie: Edwin Weers
Vormgeving en techniek: Loek Weijts, John Stelck

decoratief element